Doorgaan naar inhoud
Open water zwemmen

Open water zwemmen

Olympische successen



Met de recente successen van Sharon van Rouwendaal en Ferry Weertman op de Olympische Spelen krijgt open water zwemmen veel aandacht, en terecht! Beide zwemmers, begonnen in het zwembad, zijn in Rio de Janeiro Olympisch Kampioen geworden op de 10 kilometer. Voor velen zal de herinnering aan de vorige Nederlander die Olympisch Kampioen werd in het open water zwemmen nog vers in het geheugen liggen. In 2008 wist Maarten van der Weijden in Beijing na een fantastische race de gouden medaille te winnen, ook op de 10 kilometer.

Verschil tussen bad en open water



Zwemmen in een zwembad of in het open water is een groot verschil. De handige lijn op de bodem van een zwembad ontbreekt namelijk, net als een kant waartegen je een keerpunt maakt. Open water zwemmen is rechttoe rechtaan, met soms een boei in het water waar omheen gezwommen moet worden. Het is dan ook heel belangrijk om een goede been- en armslag te hebben, zodat je genoeg voorwaartse stuwing hebt. Wil jij je benen trainen voordat je daadwerkelijk in het open water gaat zwemmen? Een kickboard komt hier heel goed van pas.

Ook een belangrijk verschil: de temperatuur van het water! Open water wedstrijden kunnen bijvoorbeeld worden afgewerkt in rivieren, in zee of in een kanaal. En denk maar niet dat dit water net zo warm is als in het zwembad. Belangrijk kledingstuk: een wetsuit. Een ander handig hulpmiddel: vaseline. Dit zie je veel open water zwemmers opsmeren, tegen het schuren van het wetsuit en tegen de kou.
Eenmaal begonnen aan een open water wedstrijd zal je al snel merken dat dit een groot verschil is met een normale zwemwedstrijd. Ten eerste zal de start al een stuk drukker zijn. Het is mogelijk om vanaf een ponton te starten, waarbij alle deelnemers dicht op elkaar staan. Daarnaast bestaat er ook een startmogelijkheid vanaf de kant, waarbij alle deelnemers al rennend het water in gaan om hun race te starten.

Tijdens de race zijn er twee belangrijke verschillen met een normale zwemwedstrijd. Ten eerste is dat de oriëntatie in het water en ten tweede het zwemmen in groepen. Voor jouw oriëntatie is het belangrijk dat je ogen tijdens het zwemmen geregeld boven het water zijn, waarbij je gezicht naar voren is gericht. Dit vereist een andere, zwaardere techniek. Zorg daarom voor een goede zwembril die aansluit aan het gezicht. 

Het zwemmen in groepen kan juist weer zorgen voor verlichting. Net als het bekende ‘stayeren’ bij wielrennen, is dit ook mogelijk bij open water zwemmen. Je kunt recht achter, of schuin achter iemand zwemmen om te profiteren van de stroming van het water die dan langs jouw lichaam gaat. Kijk echter wel uit dat de persoon voor jou niet te snel of te langzaam zwemt, want dit ga je uiteindelijk merken in de race. Het is dan ook belangrijk om goed in te steken met je handen, want zo kun je jouw slagen goed uit blijven voeren en profiteren van jouw techniek. Wil je het trainen van het insteken oefenen? Dit kan heel eenvoudig met gebruik van bijvoorbeeld handpaddles.

Ook zin om mee te zwemmen?



De KNZB heeft een handig overzicht van open water wedstrijden die plaats vinden door het hele land. In het zogeheten ‘Open Water Boek’ kun je alle informatie vinden die je nodig hebt voor het plannen van jouw (wellicht eerste) open water wedstrijd. Je vindt het document hier: http://www.knzb.nl/vereniging__wedstrijdsport/wedstrijdsport/openwaterzwemmen/formulieren/

Veel succes en plezier!

Wat is jouw eerstvolgende open water wedstrijd?